Luang Prabang, laos / 9 september 2015

(S)tempels

Vanaf het moment dat we afscheid hebben genomen van mijn moeder en Rob, nu een maand geleden, hebben we een aardige spurt gemaakt in Zuidoost-Azië. We zijn in 2 weken drie grenzen overgestoken, van Indonesië naar Singapore, naar Maleisië, en toen naar Thailand. We zijn nu 10 maanden onderweg, ‘time goes fast when you’re having fun’ en we willen nog zoveel zien!

Veel voor weinig

Vanuit Indonesië zijn we naar Singapore gevlogen. Niet de eerste keuze, omdat Singapore erg duur is, maar het was de snelste en goedkoopste manier om naar Maleisië te komen. En natuurlijk weer een extra stempel in ons inmiddels aardig volle paspoort ;-) een leuke mogelijkheid om weer een ander land te zien. Singapore is een rare plek, pas sinds 1965 onafhankelijk van Maleisië en daarmee dus een ‘mini-landje’. Echter heel anders dan andere Aziatische landen ontzettend modern en een van de rijkste landen ter wereld. Vergeleken met de andere landen waar we zijn geweest is dit een andere wereld, een beetje zoals Hongkong maar dan zonder de chaos. Alles is georganiseerd, schoon, gestroomlijnd en tja, alles klopt. We hebben daar de dag doorgebracht met rondstruinen door de stad en bij de haven. Singapore heeft geen natuurlijk groen in het centrum, maar wel een aantal botanische tuinen. Een daarvan ligt bij Marina Bay en is pas sinds twee jaar open. Deze ‘Gardens by the bay’ zijn een bizar voorbeeld van hoe deze stad ‘gemaakt’ is. Reuzenbomen van metaal, twee grote koepels met een kunstmatig regenwoud (met waterval) en gigantische struiken in de vorm van gorilla’s, schildpadden en andere dieren.

Gardens by the bay

We liepen rond in de tropische hitte, terwijl we ons in een soort hyper-modern New York waanden, nogal raar. De wolkenkrabbers zijn ook allemaal heel bijzonder ontworpen, de ene nog gekker dan de ander. Het is helemaal niet onze stijl van reizen en allemaal veel te modern en geregeld, maar voor een paar dagen wel tof om te ervaren en het verschil te zien!

Wolkenkrabber in Singapore

Aan het eind van de dag wilden we eigenlijk via de haven weer terug lopen naar Little India, de wijk waar we een guesthouse hadden, maar halverwege bleek alles afgesloten en werden we omgeleid totdat we ineens weer bij Marina Bay uitkwamen. Dat was niet de bedoeling! Het bleek dat een week later het 50-jarig jubileum van de onafhankelijkheid van Singapore, wat groots gevierd wordt met vuurwerkshows en optredens. Deze dag was de generale repetitie voor de feestdag. Dat betekende dat we alvast een voorproefje kregen van vuurwerk, een lichtshow en straaljagers die in formatie over kwamen vliegen, vet! Singapore doet niks half. En ondanks dat het een gruwelijk dure plek is (lees: twee dagen niet roken en drinken omdat sigaretten 8 euro en bier 5 euro kosten) konden we er zo toch een leuke budgettrip van maken!

De vliegshow en het vuurwerk

Visjes vangen of kijken?

Na de Singapoorse (uhm..?) tweedaagse gelopen te hebben om kosten te besparen op openbaar vervoer, was het tijd om wat minder beschaving op te zoeken ;-) Maleisië staat voor ons beiden niet heel hoog op het lijstje, de meeste mensen die we erover hebben gesproken vinden het geen heel interessant Aziatisch land, maar het is de meest handige route naar Thailand. En daarbij komt dat mijn oom in Kuala Lumpur, de hoofdstad, woont dus dat was een leuke gelegenheid om hem op te zoeken!
Voordat we naar de hoofdstad afreisden besloten we eerst even te genieten van een paar dagen zon, zee, strand op een van de eilandjes van Maleisië. Pulau Tioman ligt aan de oostkust van de peninsula, een idyllisch eilandje wat voornamelijk uit oerwoud bestaat en een paar kleine dorpjes langs de kustlijn. Waar Lembongan en Gili Air in Indonesië geheel waren ingericht op toeristen en voorzien waren van alle luxe, is Tioman wat meer back to basic. Ideaal voor ons dus! Het eiland is onderdeel van een Marine Park en dus beschermd gebied, waardoor boten niet zomaar aan mogen leggen en het heerlijk rustig is.

Pulau Tioman

We sliepen in een houten hutje, op 2 meter lopen van het strand. Een paar restaurantjes, winkeltjes en barretjes, allemaal in een straal van 300 meter. Vooral niks hoeven en alles mogen. En als bijkomend voordeel bleek het eiland belastingvrij te zijn, dus we konden flink sigaretten inslaan en ‘s avonds een drankje doen op het strand. Jori kon zich hier ook eindelijk eens uitleven in de zee met een zelfgemaakte hengel, en heeft zelfs een vis gevangen! De dagen erna gingen we snorkelen en toen hij zag wat voor moois er allemaal rondzwom kon hij het niet meer over zijn hart verkrijgen om zijn hengel uit te gooien, maar desalniettemin een leuke middag aan een verlaten strandje.

Vissen in de zee

Dat snorkelen was nog wel het leukste om te doen. Snorkels huren voor een dag, met je handdoekje het strand op en dan steeds het water in voor een rondje over het rif. Hoewel het rif hier dicht bij het strand minder mooi was dan bijvoorbeeld op Gili Air, waren de vissen net zo kleurrijk en vooral in grote getale!

Prachtig snorkelen

Ook zagen we hier meer bijzondere soorten. Zo zagen we een mini-octopus die, toen hij zich iets te bedreigd voelde door ons, een wolk(je) inkt spoot, super grappig! En zeeschildpadden, die je normaal pas dieper ziet. We hebben zelfs een paar keer een pijlstaartrog gezien, dat was wel even spannend want ik bleek er recht boven te hangen. De foto is helaas niet erg duidelijk, maar een beetje rechtsonder kan je hem misschien wel onderscheiden ;-) Als klap op de vuurpijl zag Jori in de verte een rifhaai aankomen! Deze heb ik helaas niet kunnen zien, want ik zag alleen een spartelende Jori die in paniek binnen 10 seconden weer aan het strand stond…

Nauwelijks te zien, maar het is een pijlstaartrog

Gemixt

We hebben ons op Tioman prima vermaakt, hadden al een paar nachten bijgeboekt om toch nog een extra dagje te kunnen blijven, maar nu was het echt tijd om weer door te gaan, richting Kuala Lumpur. We hebben een nacht overbrugd in Mersing, een havenstadje. Daar konden we wat meer kennismaken met de mix aan culturen die Maleisië rijk is (op Tioman was dat minder zichtbaar). In Maleisië leven uiteraard de Maleisiërs, maar twee andere grote groepen zijn Chinezen en Indiërs. Dit merkten we vooral in de keuken, die invloeden van al deze groepen heeft, maar ook in de houding van de bevolking. Men is verschillende culturen gewend, dus ze kijken niet zo op van toeristen en lijken ook wat toleranter naar andere culturen en gewoonten. Wel prettig, na zoveel landen waar toeristen gezien worden als ‘anders’, of in het ergste geval als wandelende geldbomen. Ook fijn dat we weer even konden genieten van andere gerechten dan rijst. Indiase curries, naan, roti, dhosa, dahl, en onze vertrouwde Chinese noedelsoep, mmm!

Dhosa met dahl

Op bezoek bij ome Bart

Vanaf Mersing zijn we met de bus naar Kuala Lumpur gereisd. Maleisië is in dit opzicht moderner dan andere landen in Azië. De wegen zijn goed, de bussen goed onderhouden en snel, en helaas, er valt niet te onderhandelen over prijzen. Aangekomen in Kuala Lumpur zien we dan ook, geen verrassing, een erg georganiseerde stad met weinig sfeer. Maar, geen probleem, want morgen hebben we met Bart afgesproken en die kan ons vast de leuke plekjes laten zien! Bart woont al jaren in Kuala Lumpur, nadat hij net als wij gereisd heeft. Hij heeft als duikinstructeur op de Malediven en in Maleisië gewerkt en heeft hier zijn huidige vrouw, Reena ontmoet. We hebben Bart een paar jaar geleden voor het laatst in Nederland gezien en Reena nog nooit ontmoet, dus we hadden er zin in! Gewapend met een zak drop uit Nederland spraken we af bij de Starbucks (overal ter wereld een goede ontmoetingsplek), waar Bart ons enthousiast ontving. Met hem zijn we het centrum ingegaan, waar hij ons de Petronas Towers heeft laten zien. In Chinatown hebben we geluncht met nasi Lemak (gebakken rijst met kruiden in bananenblad, typisch Maleis) en hebben we rondgelopen over de markt. Al gauw bedacht Bart dat Kuala Lumpur eigenlijk niet veel te bieden heeft, en wist hij niet zo goed wat hij nog zou kunnen laten zien wat anders is dan de markten, tempels, souvenirwinkels en pleintjes die we inmiddels al zo vaak hebben gezien. Daarbij komt dat we geloof ik alledrie ook niet zo bezig waren met de omgeving, omdat we druk waren met verhalen uitwisselen! Elke paar honderd meter strandden we wel ergens om een sigaret te roken en verder te praten. Wij met verhalen over onze reis, Bart met herinneringen aan zijn reizen en verhalen over zijn leven hier met Reena. Uiteindelijk belandden we op een terras, om onder het genot van een drankje verder te praten. Veel gezelliger en interessanter! Reena sloot aan voor het eten, waardoor we ook met haar konden kennismaken. Een erg lieve vrouw, goed gedaan Bart ;-)
We hebben een leuke avond gehad met hen, vooral bijzonder om zo te kunnen praten omdat hij snapt wat het reizen met je doet, welke veranderingen je doormaakt als het gaat over toekomstdromen en idealen, je houding tegenover de wereld.

Met Bart bij de Petronas Towers

Voor Bart en Reena was het uiteraard een gewone werkweek, waardoor we helaas maar een dag met hen konden doorbrengen. Een goede reden om elkaar nog eens op te zoeken in Nederland of Maleisië!
Wij zijn nog een paar dagen in Kuala Lumpur gebleven, één om een beetje uit te brakken van de paar drankjes met Bart ;-), en we zijn naar de Batu Caves gegaan op aanraden van Hem. Dit is een Hindoeïstische tempel in een grot, waar je via een lange trap in kan. De tempel zelf was zeker niet de mooiste die we tot nu toe hebben gezien, maar door de locatie bijzonder. Ik vind zelf de boeddhistische tempels meestal mooier, maar de Indiase hindoe tempels zijn vaak wel zeer uitbundig en kleurrijk versierd en daarom mooi om te zien, zoals ook hier.

De Batu Caves

Haast!

Deze dagen hebben we ook gebruikt om weer even een plan te maken voor de komende periode. We waren van plan om in Maleisië nog een tocht in de jungle te gaan maken, maar naarmate we meer tijd hier doorbrachten waren we eigenlijk allebei toe aan iets anders. Begin oktober komt Laurens, een goede vriend van ons, naar Bangkok, met hem gaan we naar Myanmar. Daarvóór willen wij proberen een rondje Thailand, Laos, Vietnam en Cambodja te maken, dus hebben we nog maar anderhalve maand voor 4 landen! Maleisië is, zoals ik al noemde, voor ons niet een heel interessant land qua cultuur en bezienswaardigheden. Al is het wel de moeite waard om te bezoeken, je moet toch keuzes maken. We besloten om met de trein in een keer door te reizen naar Thailand.
In Kuala Lumpur hebben we tussen het plannen maken door zelfs nog het visum voor Myanmar kunnen regelen. We dachten vast wat informatie in te winnen bij de ambassade, omdat het erg moeilijk schijnt te zijn om een visum te krijgen. Daar aangekomen bleek men echter zeer vriendelijk en behulpzaam, en omdat we de enige waren die een toeristenvisum aan kwamen vragen hoefden we niet te wachten (beetje ongemakkelijk tussen ongeveer 100 man die wél zit te wachten) en konden we we het visum in een dag aanvragen en ophalen. Tadaa, visum in de pocket!

Visum in de pocket!

Nieuwe smaken

Vanaf Kuala Lumpur zijn we dus met de trein naar Thailand gegaan, naar het grensstadje Hat Yai. Vanaf het moment dat we bij de grens over moesten stappen op een andere trein werd ons duidelijk waarom we niet langer in Maleisië wilden blijven. Lekker chaotisch en een beetje viezig, er wordt weer eten verkocht door vrouwtjes met grote manden en overal gebeurt wat. Kortom, het leeft! Hat Yai zelf is een suf stadje, maar juist in die kleinere plaatsjes vermaken wij ons altijd met het opsnuiven van de cultuur, omdat je daar het dagelijks leven goed kan zien. Hier waren bijvoorbeeld een aantal straatmarkten door het centrum heen, heerlijk om weer nieuwe gerechten en vers fruit te zien. Anders dan in Maleisië, waar niet zomaar op straat voedsel verkocht mag worden en alles geconcentreerd is in ‘foodcourts’. We zagen bijvoorbeeld de dragonfruit weer terug, die ze in China ook hebben (smaakt als een soort kiwi, erg lekker!) En onze grote favoriet (die je overigens ook in Maleisië kan krijgen), ijskoffie uit een tasje!

Dragonfruit en ijskoffie

Dichtbij en toch ver weg

Na een dagje acclimatiseren zijn we weer op de trein gestapt naar Bangkok. Als je over land de grens naar Thailand oversteekt, krijg je een visum voor twee weken (in plaats van een maand als je vliegt), dus we wilden wat sneller door. Bangkok is, anders dan de meeste grote steden die we hebben gezien, een hele leuke stad. Je hebt er alles wat je wilt, van hippe clubs en shoppingmalls (waar wij dus niet komen) tot winkelstraatjes met padthai (het nationale gerecht van Thailand), fruitsapjes, souvenirs en nog veel meer, lekker chaotisch dus!

Chinatown

Wij verbleven in dé backpackers-wijk, vlakbij Khao San Road. Deze straat, misschien heb je ervan gehoord of ben je er geweest, staat bekend om de ‘party-vibe’. Nu hebben wij het afgelopen jaar, met uitzondering van oud en nieuw bij de Victoria Falls in Zimbabwe, eigenlijk nooit echt een goed feestje meegekregen. Voornamelijk vanwege het budget konden we niet echt een avond doorbrengen zonder na 2 drankjes af te moeten haken omdat het geld op was. Thailand is echter een stuk goedkoper dan andere landen waar we zijn geweest, dus hier konden we wel even genieten van een bucket (voor de leken: een emmer gevuld met een cocktail)! De eerste avond zijn we daarom op verkenning gegaan op Khao San Road. Hier bleek dat de definitie van backpacker in Thailand wel wat anders is dan hoe wij het gewend zijn. Maar ach, na een paar drankjes valt het niet meer op dat we nogal underdressed zijn in onze slonzige, afgedragen kleding (reizen is niet echt goed voor je garderobe kan ik je vertellen). Met een bucket op een houten krukje op straat kijken naar de chaos die aan je voorbij trekt, met uit elke tent andere muziek en Thaise mannen en vrouwen die je naar hun eigen tent proberen te halen met de belofte van de goedkoopste en beste cocktail. Verschrikkelijk toeristisch en eigenlijk helemaal niet ons ding, maar na 9 maanden toch wel leuk om een beetje los te gaan.

Khao San Road

We hadden het dus erg gezellig (Jori had inmiddels al semi-vrijwillig op straat staan dansen met wat mensen) en besloten even naar het guesthouse te gaan om te plassen en meer geld te halen. Daar aangekomen zagen we dat er nogal wat bezorgde berichten binnen waren gekomen van vrienden en familie; of we nog wel leefden na die aanslag? Aanslag, hoezo aanslag?! Toen pas lazen we dat er een paar uur daarvoor een aanslag was gepleegd in Bangkok (in die wijk met hippe clubs en shoppingmalls, waar wij dus niet komen). Bizar om te bedenken dat we er 10 km vanaf zaten maar dat jullie het aan de andere kant van de wereld eerder wisten dan wij! Net als in Kenia kwam dit wel weer heel dichtbij, dus zijn we wel even gaan zitten om af te wegen wat nu verstandig was om te doen. Omdat Khao San Road een toeristische en drukke plek is kan dit ook weleens een doelwit zijn als er een grotere organisatie achter zit. We besloten dat we nog wel een drankje daar konden doen, aangezien de politie waarschijnlijk al alert is en de boel wel afsluit als dat nodig is. Met een dubbel gevoel gingen we weer op pad. Onze avond, die zo gezellig begon, ging als een nachtkaars uit toen na een half uur de politie inderdaad besloot de boel eerder af te sluiten uit angst dat daar ook wat zou gebeuren. Jammer, maar misschien maar goed.
Wij hebben verder weinig gemerkt van de hele situatie, we hebben het nieuws goed in de gaten gehouden en alles bleef verder rustig. De enige hinder voor ons was het aanvragen van een visum voor Vietnam. Dit wilden we de volgende dag gaan doen, maar het hele gebied rond de plek van de aanslag was afgesloten om op te ruimen, en de ambassade van Vietnam zit daar vlakbij. We merkten ook dat de schrik er bij de Thai goed in zat, want de taxichauffeurs wilden daar liever niet heen rijden. Daarom besloten we het visum via de visumservice van het guesthouse aan te vragen. Kost wat meer, maar dan hoefden wij ook geen risico te lopen door naar dat gebied te moeten reizen.

Thaise etiquette

De bevolking van Thailand is voor 95% boeddhistisch, en hoewel we inmiddels al genoeg tempels gezien voor de rest van ons leven, konden we Bangkok niet voorbij laten gaan zonder wat tempels de bezoeken. Door Bangkok loopt de Mae Nam Chao Phraya rivier, en met de riviertaxi konden we weer even goed de toerist uithangen. De Wat Pho was de meest indrukwekkende tempel om te bezoeken. Deze oudste en grootste tempel van Bangkok is prachtig versierd en heeft vele boeddha beelden.

Prachtige tempels in Bangkok

Niet alleen in de tempels maar overal merk je hoe groot de invloed is van het boeddhisme. Door de straten zie je monniken lopen, voornamelijk ‘s ochtends als ze langs de winkels gaan voor hun dagelijkse maaltijden die gedoneerd worden door de plaatselijke bevolking. Monniken hebben een hoog aanzien, elke familie probeert zijn zonen een paar jaar in het monnikschap te laten opnemen. Daarbij hecht de Thaise bevolking veel waarde aan etiquette, zo mag een vrouw bijvoorbeeld niet te dicht bij de monniken in de buurt komen, want je mag ze niet aanraken en zijn er plekken in bussen en dergelijke gereserveerd voor monniken. In een aantal tempels mag ik als vrouw überhaupt niet naar binnen, en als dat wel mag moeten mijn schouders en knieën bedekt zijn. In het dagelijks leven is het erg onbeleefd om iemands hoofd aan te raken en je voeten moeten als meest onreine deel van je lichaam laag bij de grond blijven.

Verboden voor vrouwen en gereserveerde plekken voor monniken

Ook het koningshuis is een verhaal apart. De koning staat gelijk aan, of misschien zelfs hoger dan Boeddha, en je mag absoluut geen kwaad spreken over hem of zijn vrouw! Het is zelfs illegaal om op geld te staan (omdat de koning er op afgebeeld wordt). In veel tempels staan samen met afbeeldingen en beelden van Boeddha vaak ook afbeeldingen van de koning.

Boeddha, monniken en de koning

Een hele hoop regeltjes dus, die voor ons misschien overkomen als onzin, maar waar wij altijd wel rekening mee proberen te houden uit respect voor de cultuur. Helaas doen lang niet alle toeristen dat…

Nog meer tempels

Na Bangkok zijn we met de trein weer verder gereisd naar Phitsanulok. De treinreis ernaar toe was een van de mooiere die we tot nu toe hebben gemaakt, dwars door de jungle met af en toe een klein dorpje ertussen, prachtig!

Treinreizen

Phitsanulok zelf is niet heel interessant, maar we zijn hier gestopt omdat het vlakbij Sukhotai ligt. Sukhotai is als historische stad een Unesco World Heritage Site. Sukhotai wordt gezien als het eerste onafhankelijke koninkrijk van Thailand, nadat het Khmer regime in de 13e eeuw aan het instorten was. Nu zijn het voornamelijk ruïnes, maar een aantal van de tempels staan nog overeind. We hebben een middag doorgebracht in dit gigantische park, heel erg mooi!

Sukhotai

Weerzien met onze Israëlische vrienden

Na Sukhotai waren we van plan om naar Chiang Mai te gaan en daar een paar dagen door te brengen voordat we richting Laos zouden reizen. We hadden echter contact gehad met Meidad, een van de Israëlische jongens die we hebben ontmoet in China, omdat hij ook in Thailand was op hetzelfde moment en het natuurlijk leuk zou zijn om elkaar weer te ontmoeten! Hij bleek in Pai te zitten, een klein dorp 3 uur ten noorden van Chiang Mai. Ons visum liep echter inmiddels bijna af en Pai ligt helemaal niet op de route. Gelukkig wist Meidad ons met zijn smeekbeden en mooie verhalen over hoe leuk Pai is over te halen, en hebben we er na een reisdag van 8 uur nog maar 3 achteraan geplakt om naar Pai te gaan. Ach, plannen kunnen zo snel veranderen tijdens het reizen ;-) We zijn Meidad erg dankbaar, want Pai was inderdaad de moeite waard! Lekker klein en gemoedelijk, een beetje een hippie-dorp. Met Meidad en Ofir (Eldad, de tweelingbroer van Meidad was helaas alweer terug in Israel) hebben we een paar relaxte dagen doorgebracht. Jori heeft weer een nieuwe poging tot vissen gedaan, met een zelfgemaakte hengel aan de rivier. Helaas niks gevangen, maar wel weer een middag vermaak!

Vissen in Pai

De omgeving van Pai is ook prachtig en dit was een mooie kans om eens een scooter te huren en op deze manier de omgeving te verkennen. Ik heb het voor het eerst in mijn leven geprobeerd, maar heb al gauw het stokje aan Jori doorgegeven, niet echt iets voor mij haha! Jori vermaakte zich echter prima door een beetje rond te crossen langs rijstvelden, nog een paar kleine tempels en een groot Boeddhabeeld bij een uitzichtpunt over het dal. De laatste stop was een waterval in de buurt, waar we konden afkoelen met een duik!

Rondrit op de scooter

Eerste blik op de Mekong

Na 4 heerlijke dagen was het echt tijd om verder te reizen, op naar Laos! Terug via Chiang Mai en daar een bus naar het grensplaatsje Chiang Khong. Gelukkig gehaald binnen de uiterlijke datum waarop ons visum verliep. In Chiang Khong zijn we een nachtje gebleven voordat we de grens over gingen, en konden we alvast een glimp opvangen van de Mekong rivier, die we in Laos, Vietnam en Cambodja nog vaker zullen tegenkomen.

De Mekong rivier

Help Jori en Mandy de winter door!

Tijdens het schrijven van dit verhaal zijn we door het noorden van Laos gereisd, en zijn we vandaag alweer aanbeland bij de volgende grens, naar Vietnam. De verhalen over Laos komen weer met de volgende blogpost. Wat gaat de tijd toch snel! Over 3 weken komt Laurens naar Bangkok, en als hij weer naar Nederland vliegt na een (hopelijk) mooie reis door Myanmar, zit het er voor ons ook bijna op!
We hebben namelijk een vliegticket terug naar Nederland op 3 november, en zullen 4 november weer voet zetten op eigen bodem! Niet alleen omdat het geld bijna op is na een jaar reizen, maar ook omdat we allebei weer zin hebben om terug te gaan. 12 maanden reizen is ontzettend gaaf, maar ook vermoeiend, en ergens moet je er een einde aan breien hè ;-)
Dit betekent dat we nu ook concreet aan de slag moeten met een nieuw begin in Nederland. Voornamelijk een plek om te wonen heeft nu prioriteit. En daarbij kunnen we jullie hulp goed gebruiken! We zouden graag in Amersfoort blijven wonen, dus het zou top zijn als jullie je ogen en oren open kunnen houden en ons inlicht als je weet van een plek die vrij komt. Tijdelijk of voor onbepaalde tijd, gemeubileerd of niet, we houden alle opties open. Ook als het in eerste instantie niet in Amersfoort is.
Hopelijk kunnen jullie ons een beetje helpen zodat we na een jaar in de hitte de koude Hollandse winter kunnen trotseren!

Liefs van ons!

Mandy en Jori op reis

Reisverslag 2014-2015